De verbindende kracht van Pinksteren
Pinksteren valt meestal tussen half mei en half juni. Waar dit feest eigenlijk over gaat, is voor veel mensen vervaagd, maar toch lijkt er rond de pinksterdagen wel altijd iets feestelijks in de lucht te hangen. In sommige regio´s bestaat de traditie om een pinksterbruid te kiezen en op vrijescholen kiezen de kinderen een bruid én bruidegom. Waar komt de bruidsstemming vandaan die laat in de lente over de natuur komt?
Tekst: Tineke Croese
Beeld: Fokke van Saane
In de prille lente, zo rond Pasen, wordt de natuur voorzichtig groen. Zeven weken later is het Pinksteren en staat alles volop in bloei. Als fijn kantwerk omzoomt het fluitekruid de zilverglinsterende sloten, de fruitbomen dragen prachtige sluiers van tere, zacht gekleurde bloesem. Wakker gekust door haar bruidegom de lentezon tooit de natuur zich als bruid. En ja, vroeger kwamen na de bruiloft de kinderen. Als hemel en aarde bruiloft vieren, als de aarde zich in bloesems opent voor de stralen van de zon, dan leidt dat, heel prozaïsch, tot bevruchting en vruchtzetting. Elk jaar belooft de bruiloft tussen hemel en aarde een nieuwe oogst.
De fiere pinksterblom
Omdat een goede oogst vroeger heel belangrijk was, was de bruiloft tussen hemel en aarde een heilig ritueel. Elk dorp koos een pinksterbruid- of blom. Zij symboliseerde de ziel van de dorpsgemeenschap die zich opende voor hemelse krachten: in milde regen en zachte zonneschijn daalde de bruidegom af naar de aardebruid. Het hele dorp was bij dit vruchtbaarheidsritueel betrokken. Daarom werd de pinksterbruid in de vroege ochtend van Pinksteren van huis tot huis gedragen en stond elk gezin (tijdelijk) een sieraad aan haar af. Want hoe rijker de bruidstooi was, hoe rijker de oogst zou zijn.
Op het eerste gezicht lijkt het christelijk pinksterfeest ver af te staan van wat in de natuur gebeurt en van vruchtbaarheidsrituelen. Met Pinksteren herdenken we dat Christus na de opstanding niet van de aarde verdween, maar een andere gedaante aannam. De twaalf leerlingen laten plaatsvervangend zien dat alle mensen Christus kunnen gaan ervaren als een troostende of inspirerende innerlijke kracht. Die kracht, die als de Heilige Geest uit hemelse hoogten op de leerlingen neerdaalt, wordt vaak verbeeld als een duif. Maar als de Heilige Geest wordt opgevat als inspiratie door hemelse wijsheid, dan wordt ze voorgesteld als de hemelse jonkvrouw Sophia die van bovenaf haar licht op de leerlingen laat schijnen. Er is dus toch een parallel met het natuurgebeuren: als het Pinksteren is, stellen we ons open voor een uit de hemel neerdalende kracht die inspireert en op die manier ‘bevruchtend’ werkt.
In voorchristelijke culturen zagen de mensen de hele natuur als een openbaring van goddelijke wijsheid. Die goddelijke wijsheid openbaarde zich ook aan de mens, en wel in de vorm van recht en wet: die moesten de harmonie en vrede tussen mensen waarborgen. In de pinkstertijd kon iedereen, en vooral de sociaal zwakke, zich over geleden onrecht beklagen. Ten overstaan van het hele dorp werd dan recht gesproken onder de boom op het dorpsplein ‒ vaak een es of een linde ‒ die hemel en aarde met elkaar verbond. De ‘bruiloft’ tussen hemelse wijsheid en aardse rechtvaardigheid leidt tot harmonie in de mensengemeenschap.
Uit vele richtingen zijn wij gekomen…
In het pinksterverhaal uit de bijbel speelt bij de vereniging, de bruiloft tussen aardse en hemelse krachten de wisselwerking een rol tussen de individuele mens en de gemeenschap die hij met andere mensen vormt. Het pinkstergebeuren leidt tot het ontstaan van nieuwe gemeenschappen. Geïnspireerd door de Heilige Geest waren de leerlingen in staat zo te spreken, dat iedereen hen verstond. Iedereen hoorde hun woorden in zijn eigen taal. In het oudtestamentische verhaal over de Toren van Babel raakten de mensen van elkaar vervreemd doordat ze verschillende talen gingen spreken. In het pinksterverhaal is het andersom: daar komen mensen tot elkaar, omdat ze geen taalverschil meer ervaren. Later trekken de leerlingen in alle richtingen weg om overal gemeenschappen te stichten waar mensen vanuit de verbindende kracht van Christus konden leven.
Een ander aspect van Pinksteren is dus het vormen van nieuwe gemeenschappen. Dat maakt Pinksteren een feest voor deze tijd en voor de samenleving in Europa. Alleen is de beweging omgekeerd: de leerlingen trokken vanuit een centrum ‒ Jeruzalem ‒ in alle richtingen de wereld in, terwijl nu mensen uit alle richtingen naar een centrum ‒ naar Europa ‒ komen. Bovendien hebben veel mensen, van binnen of buiten Europa, zo hun eigen manier van leven. Onze samenleving is een lapjesdeken van allerlei culturen en individuele levensopvattingen aan het worden. Al die lapjes hebben een eigen schoonheid. Het is een uitdaging om te zorgen voor een deken die warm genoeg is voor iedereen, terwijl de schoonheid van de afzonderlijke lapjes toch behouden blijft. Het is een uitdaging om ons te laten inspireren door een kracht die mensen met elkaar verbindt. Alleen die geeft zicht op een toekomst vol vrede en harmonie.
Dit artikel verscheen eerder in Antroposofie Magazine.
- Sint-Jan, een nacht vol toverkracht
- Sint-Jansfeest bij Daan Rot van 'Het Hele Jaarfeesten'