Rudolf Steiner over vrouwenemancipatie
Vandaag, 8 maart 2021, is het weer internationale vrouwendag. Op deze dag staan we wereldwijd stil bij de rechten van vrouwen. Dit blijkt nog steeds nodig, want hoewel we gelukkig in Nederland zaken als vrouwenkiesrecht inmiddels ruim een eeuw de normaalste zaak van de wereld vinden, is de positie van mannen en vrouwen nog altijd niet gelijk. Dat veel mensen vooroordelen hebben over wat mannelijk en vrouwelijk is en wie wat voor rol heeft in de maatschappij, draagt daaraan bij.
Hoe dacht Rudolf Steiner eigenlijk over vrouwenemancipatie? In zijn standaardwerk ‘De Filosofie van de Vrijheid’, dat in 1893 verscheen, spreekt hij zich duidelijk uit over de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen: “De maatschappelijke activiteit van de man wordt door zijn individuele capaciteiten en voorkeuren bepaald, die van de vrouw zou uitsluitend moeten afhangen van het feit dat zij nu eenmaal een vrouw is. De vrouw wordt geacht de slavin van de soort, van het algemeen-vrouwelijke te zijn. Zolang mannen erover discussiëren of de vrouw ‘door haar natuurlijke aanleg’ al dan niet voor dit of dat beroep geschikt is, kan het zogeheten ‘vrouwenvraagstuk’ niet uit het elementairste stadium komen. Wat de vrouw van nature kan willen, is aan de vrouw om te beoordelen. [...] Wie bang is dat onze maatschappij uit haar voegen raakt wanneer vrouwen niet als exemplaren van een soort maar als individuelen worden gezien, die vergeet dat een maatschappij waarin de helft van de mensen een mensonwaardig leven leidt nog zeer veel verbetering behoeft.”
Meer weten over ‘De Filosofie van de Vrijheid’? Het nawoord dat Pim Blomaard bij de meest recente editie schreef, is volledig online te vinden op de site van de Rudolf Steiner Vertalingen.