De vrijeschool na corona
Vrijescholen zijn over het algemeen terughoudend in het gebruik van digitale leermiddelen. Maar door de coronacrisis en daarmee gepaard gaande sluiting van de scholen, was ook het vrijeschoolonderwijs genoodzaakt om te experimenteren met onderwijs op afstand, waarbij ICT essentieel bleek. Hoe hebben vrijescholen het afstandsonderwijs vormgegeven? En welke digitale tools hebben ze daarbij ingezet? In hoeverre heeft afstandsonderwijs een blijvende plek gekregen binnen het vrijeschoolonderwijs? Dit wordt de komende tijd geïnventariseerd door Bureau Jeugd & Media, BVS-Schooladvies en de Vereniging van Vrijescholen. Nog voor de zomervakantie doen zij een grote peiling binnen het primair en voortgezet onderwijs om deze ontwikkelingen in kaart te brengen.
Freek Zwanenberg van Bureau Jeugd & Media signaleerde de afgelopen jaren al een veranderende houding tegenover het gebruik van ICT binnen de vrijeschool: “Lange tijd was het gebruik van digitale middelen zoals digiborden, laptops en educatieve software, een heikel punt op vrijescholen. Vanuit het achterliggende mensbeeld werd vaak gewezen op gezondheidsrisico’s van ICT-gebruik en andere negatieve invloeden op de ontwikkeling van kinderen. De afgelopen jaren zag ik daar al verandering in komen, een nieuwe houding jegens ICT werd zichtbaar: “We kunnen er niet omheen, de samenleving digitaliseert en kinderen krijgen er in grote mate mee te maken”. Of: “Laten we kinderen ook op creatieve en bewuste manier leren om gebruik te maken van ICT en media.”
In deze blogpost roept Freek leerkrachten in het PO en VO op om aan het onderzoek mee te doen. Daarnaast is hij benieuwd naar losse reacties van iedereen die te maken heeft gehad met het vrijeschoolonderwijs op afstand. Op de website van Bureau Jeugd en Media legt hij uit wat het onderzoek precies inhoudt en lees je hoe je een reactie kunt achterlaten.