Deeleconomie – betaal ik de juiste prijs?
Ik kom wel eens mensen tegen die mij, soms verwachtingsvol, vragen wat ik van de deeleconomie vind. Het woord heeft een sympathieke klank. Zou de deeleconomie het begin kunnen zijn van een andere economie? Een economie die niet alleen welvaart schept, maar ook eerlijk verdeelt? Misschien zelfs een economie die niet berust op het najagen van eigenbelang (winst) en die niet als ‘neveneffect’ heeft dat de aarde, en alles wat zij ons biedt en alles dat er leeft, met voeten getreden wordt? Als dat eens waar zou kunnen zijn!
Tekst: John Hogervorst
Tegenwoordig antwoord ik op die vraag: “Zeg mij eens waar die deeleconomie dan is?” En dan hoor ik van de vraagsteller iets over Uber of Airbnb en vraag ik: “Wat delen Uber of Airbnb dan; waarin zijn deze bedrijven anders dan andere bedrijven; delen zij hun winst of schenken zij die winst weg? Zorgen zij voor een menswaardige financiële bestaansbasis voor de mensen die voor hen werken; is de prijs die zij voor hun diensten rekenen een prijs die Rudolf Steiner ‘de juiste prijs’ zou hebben genoemd?”
Op dit punt in het gesprek raakt mijn gesprekspartner soms in verwarring. “De juiste prijs? Wat is dat en wat heeft dat met Rudolf Steiner te maken?” Want Rudolf Steiner, die kennen we wel. Van de vrijescholen, de biodynamische landbouw, de antroposofische geneeskunde en therapieën - of van andere onderwerpen, zoals karma en reïncarnatie of het esoterische christendom. Maar dat diezelfde Steiner ook van alles heeft ontwikkeld op het gebied van de economie en de principes van wat ik een ‘gezonde samenleving’ noem, is voor velen een onbekend gegeven. En dat is, nu word ik heel ernstig, ongelooflijk jammer, zelfs ronduit tragisch. Want in de loop der jaren is het mij duidelijk geworden dat wat hij over sociale driegeleding (dat is zijn benaming van wat ik hiervoor de principes van een gezonde samenleving noemde) en over economie ontwikkelde, misschien wel het belangrijkste en meest urgente is van alles dat hij gebracht heeft. Want ‘mens’ ben ik eerst met en voor andere mensen. Alles wat ik in de ‘schatkamer van de antroposofie’ kan vinden, krijgt pas zijn volle betekenis en draagwijdte wanneer ik het leef voor en met andere mensen.
Verbinding
Het is een nog nauwelijks tot ons bewustzijn doorgedrongen feit dat de moderne economie zó is ingericht dat zij alle mensen, wereldwijd, met elkaar verbindt. Dat bedoel ik niet abstract en niet wereldvreemd hoogdravend, maar heel concreet. De economie is daarmee bij uitstek het gebied waar goede intenties en idealen concreet gemaakt kunnen worden, zodat deze hun persoonlijke betekenis verliezen en van betekenis voor de mensheid kunnen worden.
Zelfs aan een heel eenvoudig product kan ik ontdekken dat het mij, als consument, verbindt met mensen van over de hele wereld. Als ik een pot pindakaas neem en terug volg welke mensen eraan hebben meegewerkt dat ik die pindakaas in de winkel aan kon treffen en op mijn boterham kan smeren, begint het mij te dagen. Het is interessant om dat eens heel precies en zo compleet mogelijk in kaart te brengen. Mensen in de winkel en de groothandel, chauffeurs, in de pindakaasfabriek, het transport van de grondstof over zee, havenarbeiders, nog meer chauffeurs, boeren - een enorme stoet van mensen verschijnt in beeld. Maar ik moet het beeld nog completer maken en volg terug welke mensen hebben meegewerkt aan de productie van het potje en het dekseltje. En ik moet ook de mensen erbij betrekken die hebben meegewerkt aan de productie van de banden en alle andere onderdelen van de vrachtwagen waarmee de pinda’s vervoerd zijn, de mensen die de computers, machines, gereedschappen die zijn ingezet hebben geproduceerd en hebben ontwikkeld, aan de mensen die…
Zo is dat dus in de moderne economie: mensen van over de hele wereld hebben zich ingezet en vervullen daarmee mijn behoefte. Ik zal die mensen nooit ontmoeten en zij zullen ook nooit weten dat ik het ben die dit potje pindakaas gebruikt heb. En toch zijn zij en ik met elkaar verbonden: ik heb het resultaat van hun inspanning verbruikt. Dit potje pindakaas hebben zij voor mij gemaakt. En deze oefening, de oefening om de werkelijkheid van de economie te zien, zou ik kunnen doen met elk product dat ik aanschaf.
Juiste prijs
De vraag rijst nu: wat betekent dit, of wat zou dit moeten betekenen? Hier komt ‘de juiste prijs’ om de hoek kijken. Volgens Rudolf Steiner is de juiste prijs, de prijs die zodanig is dat alle mensen die aan de productie van bijvoorbeeld dit potje pindakaas hebben meegewerkt, van hun deel van de opbrengst, samen met de mensen voor wie zij moeten zorgen, op een menswaardige wijze kunnen leven, in hun behoeften kunnen voorzien, voor de duur die nodig is om weer een volgend potje pindakaas te kunnen maken.
Daarmee sta ik als consument voor het in onze tijd nijpende, kwellende vraagstuk: betaal ik de juiste prijs? Want achter die vraag ligt immers de vraag: doe ik de mensen die mijn behoefte vervullen recht - of doe ik hen tekort? Voor Rudolf Steiner is een ‘gezonde economie’ een economie waarin de dingen ‘de juiste prijs’ hebben. Het beste wat ik misschien kan doen, is dit inzicht in de economie zo goed mogelijk te begrijpen, en het te delen. Daar komen we waarschijnlijk verder mee dan met dat wat nu ‘deeleconomie’ wordt genoemd.
Dit artikel verscheen eerder in Antroposofie Magazine.
Verder lezen:
Rudolf Steiner, Economie. De wereld als één economie, Nearchus, 2018 (2e druk)
Rudolf Steiner, Verbeter de wereld (en begin samen), Nearchus, 2009
John Hogervorst, Sociale driegeleding. Wat, hoe & waarom, Nearchus, 2018